zaterdag 28 april 2012

3D en het einde van de apotheker

Wie heeft nog geen 3D brilletje op gehad om een film met dieptewerking te kunnen zien, thuis of in de bioscoop. Het brilletje helpt om de twee verschillende beelden zo aan te passen dat ze door de  hersenen worden gezien als één beeld met dieptewerking.

In het 'gewone leven' vinden we het heel normaal dat alles om ons heen driedimensionaal is: ons huis, onze vrienden, ons toetsenbord. Dat wat we kunnen kopen (het toetsenbord) wordt elders gemaakt: ergens in het dorp of de stad, of op een onbekende plaats in de wereld - daar waar het product op de goedkoopste manier gemaakt kan worden, en dat is vaak ver weg. Maar niet lang meer, want de productie komt weer terug naar waar het begonnen is - of nóg dichterbij: in ons eigen huis. Hoe? Door al die producten zelf te gaan printen in een 3D printer.

Het driedimensionaal printen is geboren uit de behoefte op een eenvoudige manier prototypes en modellen te kunnen maken: eenvoudiger dan zagen, lijmen en boren. In de afgelopen 10 jaar heeft het kunnen printen een hoge vlucht genomen: niet alleen konden op een relatief eenvoudige en snelle manier prototypes gebouwd worden, ook konden producten gemaakt worden die voorheen niet gemaakt konden worden. Een breed scala aan printers ontstond. Een 3D printer is het beste te vergelijken met een eenvoudige inktjet printer, die inkt op een blad papier spuwt. Bij een 3D printer komt er echter geen inkt uit de cartridge, maar plastic, of metaal, of keramiek. Laagje voor laagje wordt zo een product opgebouwd.



De goedkoopste 3D printer voor thuisgebruik kost nu nog $ 500, maar die prijzen dalen in een rap tempo. Meer informatie over dit onderwerp vindt je bijvoorbeeld in deze artikelen van The Economist (uit 2009, 2011 en 2012) of in één van de 45 miljoen andere artikelen op Google (waaronder dit bericht over het printen van een compleet huis).

Wat heeft dit alles met zorg thuis te maken? Ik denk heel veel. Allereerst illustreert dit de innovatie-theorie van Clayton Christensen, waarover ik in mijn boek en elders in deze weblog geschreven heb. Daarnaast wordt er niet alleen met plastic, metaal of keramiek geprint, maar worden in laboratoria al met behulp van (lichaamseigen) cellen verschillende organen geprint (bioprinting), zoals een lever of een kaak. En op een geheel ander vlak wordt ook geëxperimenteerd met deze nieuwe productievorm: bij het maken van medicijnen. Wetenschappers van de universiteit van Glasgow hebben een 3D printer ontwikkeld die (ooit) mensen in staat moet stellen thuis hun eigen medicijnen te printen, geheel op maat. Welke rol blijft er dan nog over voor de apotheker?

Aanvulling 24 juni 2012:
Zie ook mijn weblog 'De laatste apotheker?'.

Aanvulling op 24 augustus 2012:
De Frankfurter Allgemeine Zeitung schreef een uitvoerig artikel over dit fenomeen onder de titel 'Pillen aus dem Drucker': niet alleen personifizierte pillen, maar ook bijvoorbeeld spiraaltjes zullen binnenkort uit de printer rollen. In Oostenrijk werkt de firma RCPE (Research Center GmbH) aan deze ontwikkeling. Lees hier hun persbericht (pdf) over PoP: Pills on Paper. De FAZ meldt dat in de VS ook het MIT en de Rutgers University aan deze nieuwe manier van het produceren van medicijnen die op maat van de gebruiker (rekening houdend met sexe, leeftijd, gewicht - en (denk ik dan) met de genetische kenmerken van een persoon) ter plekke gemaakt kunnen worden. En minstens zo interessant: de bestanddelen van meerdere medicijnen in één pil...

Aanvulling 24 januari 2013:
Ook een consortium van de universiteit van Leeds, universiteit van Durham en GlaxoSmithKline (GSK) werkt aan printing-on-demand van medicatie. Zij zien als voordelen: veiligheid, snellerwerkende medicijnen, snellere marktintroductie van nieuwe medicijnen en door het combineren van verschillende medicatie in één pil een snellere werking van de actieve bestanddelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten