maandag 1 oktober 2012

Gecompliceerder maar niet complexer

Door mijn werk in de gezondheidszorg, met name in de eerstelijn (huisartsen, fysiotherapeuten, diëtisten, eerstelijns psychologen, verloskundigen, enz.), zie ik wat de veel bejubelde substitutie van de zorg voor gevolgen kan hebben voor de organisatie daarvan. Deze wordt veelomvattender en gecompliceerder, en dreigt daardoor complexer te worden. Als deze complexiteit niet goed aangepakt wordt, dreigen zorggroepen de complexiteit die zorgverzekeraars kenmerkt over te nemen. Daarover schreef ik onderstaand bijdrage voor De Eerstelijns.

Zorggroep geen vooruitgeschoven post van zorgverzekeraar
Eisen stellen aan een Keten Informatie Systeem 

Boeken, columns en interviews staan er bol van: persoonsgerichte zorg, individueel zorgplan en personalized medicine. Eén aspect kom je bijna nooit tegen: hoe organiseer je dat, zonder de complexiteit en de bijbehorende bureaucratie evenredig te laten toenemen? Anders ben je als zorggroep niet meer dan een kopie van de zorgverzekeraars.

Keten Informatie Systemen (KIS) zouden het antwoord op deze uitdaging moeten zijn, maar dat zijn ze helaas maar al te vaak niet. De meeste kunnen niet meer dan 'plat' gegevens uit het HIS importeren, vastleggen wat de POH tijdens de consulten registreert en bij de zorgverzekeraars afrekenen wat elk kwartaal is verzameld. De toegevoegde waarde van zo’n KIS is minimaal, terwijl de kosten ten opzichte van de zorgverlening aan chronisch zieken zonder een DBC oplopen door het extra ICT-systeem en de overhead van de zorggroep. Het is dan ook geen wonder dat sommige zorgverzekeraars twijfelen aan het nut van zo’n zorggroep. Het is de uitdaging voor zorggroepen om vanuit de fase van rapportage door te groeien naar de fase van informatie, vervolgens naar workflow en tenslotte naar massa-individualisatie. Er is dus veel meer nodig dan alleen registreren en dat 'meer' mag niet vertaald worden in meer werk, meer medewerkers en meer bijbehorende kosten. Meer complexiteit dus.

Eisen stelen aan een KIS 
Een volwassen KIS moet overweg kunnen met de volgende vragen:
  1. Vastleggen van een met de chronisch zieke patiënt overeengekomen zorgplan. Door elk protocol toe te snijden op de unieke patiënt moeten zowel over- als onderbehandeling voorkomen worden. Met patiënten wordt hierover niet alleen overlegd, maar deze (en diens mantelzorger) heeft ook 24/7 toegang tot die informatie en kan daarover met alle betrokken zorgprofessionals communiceren.
  2. Multi- en comorbiditeit: een mens is één mens en meer dan een stapeling van protocollen. Dit moet voor de patiënt tot uiting komen in het zorgplan, organisatorisch moeten dubbelingen (zoals diagnostische onderzoeken) er automatisch uitgehaald worden.
  3. Communicatie met ketenpartners: alle professionele communicatie met ketenpartners, waaronder verwijzingen en rapportages, wordt elektronisch vastgelegd en beschikbaar gesteld aan de bevoegde personen.
  4. Oproepen van patiënten voor diagnostisch onderzoek: doordat er gewerkt wordt vanuit een uniek behandelplan, volstaat het en masse oproepen voor labonderzoek of biometrie niet meer. Het KIS neemt de planningsfunctie van het huisartsenlab over.
  5. Uitbetalen van ketenpartners: Client Side Invoicing (CSI). Het is ondoenlijk voor een zorggroepkantoor facturen van ketenpartners te beoordelen. Ook het voorleggen van die facturen aan de huisarts of POH is geen optie: zij hebben daar domweg de tijd niet voor. In een KIS kan die controle wel plaatsvinden: er kan automatisch worden betaald als verwijzing naar en rapportage door de ketenpartner matchen. Bij ketenpartners kan dit tot een vereenvoudiging van hún administratie leiden.
  6. Bewaken van het nakomen van de ontelbare afspraken en verwijzingen: wie zorgt ervoor dat ketenpartners er aan herinnerd worden hun bevindingen vóór het door de POH geplande consult te melden - en anders die afspraak te verzetten?
  7. Feilloze communicatie tussen HIS, KIS en Vecozo: datahygiëne. Voor de facturatie moet in de keten tussen HIS, KIS en de zorgverzekeraars helderheid bestaan over de patiënten die in de DBC zijn opgenomen. Ook moeten gegevens eenduidig zijn vastgelegd en op meerdere plaatsen oproepbaar zijn. Dit is vaak nog niet het geval. Het KIS moet deze datahygiëne ondersteunen. 
Persoonlijke zorg, lagere kosten 
Deze manier van organiseren moet er voor zorgen dat 'diversificatie van zorg' niet vertaald wordt in 'complexe organisatie'. Met de substitutie van zorg van de tweede lijn naar de eerste lijn zitten we niet te wachten op alleen maar een groei van de overhead van zorggroepen. Zorggroepen hebben de potentie om met behulp van een volwassen KIS betere, dat wil zeggen persoonlijke zorg tegen lagere kosten te leveren, zodat ze geen vooruitgeschoven post van de zorgverzekeraars worden.

Dit artikel verscheen eerder in de oktober uitgave van De Eerstelijns

Nederland kent de volgende Keten Informatie Systemen (in alfabetische volgorde):

Geen opmerkingen:

Een reactie posten