donderdag 1 december 2011

Investeren om te besparen

Er zijn meerdere voorbeelden van zorgorganisaties, met name in de eerstelijn, die door meer tijd en aandacht voor patiënten de gezondheid bevorderen en tegelijkertijd geld weten te besparen.

Het meest spraakmakende voorbeeld is voor mij dat van Jeffrey Brenner in Camden, New Jersey. Sinds 2007 zet hij zich voor de mensen die aan de onderkant van de maatschappij leven. Als directeur van wat nu heet de 'Camden Coalition of Healthcare Providers' richt hij zich op de mensen die niet uit zichzelf uit de spiraal van opname in en ontslag uit het ziekenhuis komen. Elke keer weer een beetje opgelapt, telkens weer terug naar de SEH, de IC of naar een opname. En daarna weer terug, terug naar de vaak mismoedig makende achterstandswijk.

Deze huisarts heeft zorgdata van zijn eigen praktijk en die van collega's op een kaart geprojecteerd en ontdekt dat 1% van de patiënten verantwoordelijk is voor 30% van de zorgkosten. Hij is zich gaan toeleggen op deze groep en heeft zijn collega's gevraagd die patiënten aan hem over te dragen. Dat deden ze maar al te graag. Dit is zijn verhaal:


Atul Gawande, chirurg, heeft zijn inzet in The New Yorker wereldkundig gemaakt. Sindsdien duiken meer van dergelijke verhalen op, zoals die van de Stanford University Medical Center. Men is op zoek gegaan naar de zogenaamde HotSpots, een gebied met een hoge concentratie aan bepaalde, in dit geval medische, handelingen. Hun berekening: 5% van de mensen zorgt voor 50% van de zorgkosten. Vind die 5% en doe er wat goeds mee. Zij vinden die mensen in de groep van erg zieke chronische patiënten. Hun inzet bestaat uit een intensieve aanpak in de eerstelijn. Zij vinden hun inspiratie bij de New Yorkse politie die in de 80-er en 90-er jaren van de vorige eeuw de misdaadcijfers met hun Broken Window aanpak drastisch wisten te verlagen.

De teneur is telkens gelijk: geef mensen tijd en aandacht, soms erg veel aandacht, waardoor zij écht geholpen worden - en er geld bespaard wordt. In Camden is dat tot 50% van de eerder genoemde 30%, dus zo'n 15% van de kosten van de gezondheidszorg. De verdiensten liggen telkens in het verlagen van de kosten in de tweedelijn door het voorkomen van opnamen in ziekenhuizen.

In Nederland is één van de mij bekende verhalen dat van Overvecht Gezond. In Overvecht, een Utrechtse achterstandswijk, heeft men zich geconcentreerd op volwassenen met vaag lichamelijke klachten en grote zorgvraag. De coalitie daar werd gevormd met de stad Utrecht en zorgverzekeraar Agis. Hun financiële resultaat: 4% besparing op de zorgkosten, oftewel € 750.000 in klinkende munt. Niet voor niets zijn zij in 2011 door De Eerstelijns uitgeroepen tot de meest innovatieve organisatie in de eerstelijn. Hier is het verhaal van de coalitie:


Het RIVM heeft al eens berekend [pdf] dat 30% van een deel van de zorgkosten veroorzaakt wordt door 1% van de patiënten. In het kader van mijn boek heb ik de verantwoordelijke onderzoeker gevraagd of die percentages voor de gehele gezondheidszorg gelden. Dat durfde hij niet te zeggen, omdat dat nog niet zo onderzocht was. Maar ík denk...

In mijn boek Operatie Zorg heb ik meer voorbeelden en berekeningen opgenomen.

Aanvulling op 2 januari 2012:
Voor vier van de vijf Amerikaanse artsen zijn de sociale noden van een patiënt even belangrijk als diens medische gesteldheid. Er is echter één probleem: artsen hebben niet de mogelijkheden om hier iets mee te doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten