maandag 22 december 2008

Ieder z'n eigen reactor?


Dankzij nieuwe technieken kunnen reactoren voor de fijnchemie en de farmacie spectaculair verkleind worden. Een chemisch proces dat zich nu voltrekt in een tank van 10 liter (de grootte van een emmer) kan daardoor straks toe met een serie glazen chips iets groter dan de simkaart van een mobiele telefoon. Stoffen worden door minuscule leidingen van 0,3 millimeter doorsnee gevoerd. Reacties vinden daarin sneller plaats. Moleculen die er anders 48 uur over doen om met elkaar in aanraking te komen, ontmoeten elkaar nu binnen twee minuten. Er kan op hogere temperaturen gewerkt worden, zelfs bij explosieve reacties. De veiligheidsrisico’s zijn vanwege de kleinere reactorinhoud geringer. En de verkleining met een factor duizend bespaart ruimte.

Maar mooie ideeën laten geen schoorsteen roken. Chemtrix zit nog in de fase tussen plan en product. De Geleense microreactoren zijn inmiddels bewezen technologie. Met andere woorden: ze functioneren. Nu bouwt het bedrijf installaties die de markt moeten overtuigen. Dat maakt het verschil tussen een vijfmansbedrijf dat deels leeft van kredieten en stimuleringssubsidies en de gedroomde positie van wereldwijde leverancier van microreactortechnologie.

"Van de honderd topgeleerden in de chemie in de wereld zijn er vier Nederlands", zegt Rein Willems, voormalig president-directeur van Shell Nederland en voorzitter van de regiegroep chemie van het Innovatieplatform. "Dat is een mooie score voor een klein land. Met het te gelde maken van die kennis doen we het minder. Terwijl goede ideeën ook naar de markt moeten worden gebracht." Willems weet dat er soms wat smalend wordt gedaan over he Innovatieplatform. "Feit is dat we in 2003 dertiende stonden op de World Competitive Index, twee jaar geleden elfde en nu achtste."

Starters in de chemie hebben baat bij een geschikte plek om de fase tussen wetenschap en winst goed door te komen, was de gedachte binnen het Innovatieplatform (> Link). Hiervoor zijn de Centers for Open Chemical Innovation bedacht. Drie moet Nederland er krijgen: een in Amsterdam, met als focus schone energie, een in Rotterdam (procesindustrie) en een in Geleen (materialen). In Amsterdam en Geleen zijn ze al het verst. In Zuid-Limburg werken op het 800 hectare grote bedrijventerrein Chemelot (> Link) reuzen als DSM en Sabic samen met zo’n tachtig kleinere bedrijven.

Bron: NRC 22 december 2008

Geen opmerkingen:

Een reactie posten